Het is 31 december 23:59 uur. Champagne en oliebollen vliegen je om de oren en voor je het weet vraagt iedereen naar elkaars goede voornemens. Voor vele mensen is 1 januari hét moment om opnieuw te beginnen. Radicaal het leven 180 graden willen draaien. Vastberaden beginnen ze de eerste weken met het ‘nieuwe leven.’ Twee of drie weken gaan voorbij om vervolgens weer in hun oude patronen te vallen. Hoe komt het toch dat de meeste mensen hun voornemens niet volhouden?

Laten we eerst eens even terug in de tijd gaan. Want waar komt de drang van goede voornemens eigenlijk vandaan?

Alhoewel wij 1 januari als nieuw jaar aanhouden, is dat lang niet altijd zo geweest. Pas in 44 v.Chr. heeft Julius Caesar een kalender ontwikkeld waarbij hij het jaar op 1 januari liet beginnen. Januari is vernoemd naar de Romeinse God Janus. Janus was de God van het begin, maar ook de bewaker van doorgangen en deuren. Janus heeft twee gezichten. Eén daarvan kijkt naar voren en de ander kijkt naar achter. Op 31 december middennacht zou Janus terugkijken naar het afgelopen jaar, en vooruitkijken naar het nieuwe jaar. Zo werd Janus het begin van een nieuw kalender jaar en het symbool van goede voornemens.

Niet alleen de Romeinen deden aan goede voornemens. Zo blijkt dat de Babyloniërs, 4000 jaar geleden, beloften deden aan hun Goden om schulden af te betalen en geleende objecten terug te brengen. Ook maakten zij op 31 december enorme herrie om oude boze geesten te verdrijven (dat is dus waar het vuurwerk vandaan komt).

Nu we weten waar de goede voornemens vandaan komen is het tijd om te kijken hoe het komt dat we toch iedere keer weer terug in onze oude patronen vallen. Dit kan door een aantal punten komen.

1. Het stond al een keer benoemd, maar je leven opeens 180 graden willen draaien werkt natuurlijk niet. Het doel wat je hebt gesteld is te groot.
2. Niet concreet genoeg. Als je een doel maakt met ‘ik wil meer afvallen’ is het lastig om je motivatie en discipline te behouden. Wat is dan precies ‘meer’?
3. Een negatief doel formuleren. Hier bedoel ik het volgende mee. Als je zegt ‘Ik wil geen fastfood meer eten’ leg je de nadruk op wat niet mag. Om vervolgens dus de hele tijd aan fastfood te denken. Als je het als volgt formuleert: ‘Ik wil gezonder eten door 200g groente extra op een dag te eten’ dan blijf je positief en het is concreet.
4. Je laat je beïnvloeden door wat andere mensen vinden of denken.

1. Maak kleine doelen en zorg dat ze haalbaar zijn.
2. Formuleer ze helder en concreet. Denk hierbij aan SMART. (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden)
3. Hang er een positieve gedachte aan vast.
4. Zorg dat je doelen persoonlijk zijn en zorg dat je er zelf achter staat.

Shelley – The Power Community Utrecht